GVB 373

Wagenparknummer373
VervoerderGVB Amsterdam
StatusRijvaardig
MerkHainje
TypeCSA-2
KentekenBT-17-ZB
Zitplaatsen32

Omschrijving

Als opvolger van de standaardstadsbus eerste generatie (de CSA-1, bij OVCN vertegenwoordigd door GVB 110 en GVU 378) ontwikkelden de grote steden begin jaren tachtig in samenwerking met carrosseriebouwer Hainje te Heerenveen de CSA-2.

Deze bus (CSA staat voor Commissie Standaardisatie Autobussen) verscheen in 1983 voor het eerst op de weg. Hij was luxer uitgevoerd dan zijn voorgangers. Met zijn helderder rood en crèmekleurige raamomlijsting oogde hij aantrekkelijker dan de bordeauxrode en grijze standaardstadsbus van de eerste generatie. Ook de ‘snuit’ verschilde: de bussen van de tweede generatie kregen een ‘bolle’ voorruit. Zijn lichte rode kleur gaf hem ook wel de bijnaam “Zontomaatje” mee.

Technisch waren er wel veel overeenkomsten. De meeste exemplaren waren voorzien van dezelfde DAF-motor. Dit type kon helaas niet het succes van de eerste generatie benaderen. Na een veel kortere productieperiode waren er aanmerkelijk minder geproduceerd. De meeste vervoerbedrijven kozen voor andere ontwerpen. 

Het Amsterdamse GVB bestelde uiteindelijk 121 bussen van het type CSA-2 (serie 253-374) waarvan twee in een semi toeruitvoering  (bus 344 en 345) die een luxer interieur kregen en een afwijkende deurindeling kenden. Bij een opknapbeurt van de CSA2-bussen in Amsterdam kregen een groot aantal wagens de huisstijl van het GVB uit de jaren 90 van de vorige eeuw, gebroken wit met blauwe schortplaten en rode deuren. Eind jaren 90 was het wagenpark van het GVB zwaar verouderd en stroomden er grote aantallen nieuwe bussen in van het type Jonckheer (zie GVB 156 bij OVCN) waardoor de meeste CSA2-bussen een tweede leven kregen in het buitenland zoals Algarije, Bulgarije, Cuba en Marokko. Uiteindelijk was de reguliere inzet van het GVB met ingang van de zomerdienstregeling 2000 voorbij. Enkele bussen keerden nog terug in 2001 voor een tijdelijke inzet bij GVB en vijf wagens kwamen begin 2003 tijdelijk in dienst bij Arriva in de Drechtsteden omdat nieuw materieel daar later instroomde.

Geschiedenis

De Amsterdamse 373 werd op 12 januari 1987 afgeleverd aan het GVB en kwam uiteindelijk op 7 maart 1987 in dienst op lijn 38. De wagen maakte deel uit van de serie 346-374, de laatste serie CSA2-bussen die het  GVB bestelde. In afwijking tot de eerdere series van het GVB hadden deze wagens geen nooddeur meer linksachter maar waren voorzien van een extra luchtkraan bij deur 2 die dan als nooduitgang kon dienen.  In maart 1990 kregen de 348 en 349 een compleet nieuw vandaalbestendig interieur. Daarna volgde de rest van de serie. De bussen werden allen behandeld bij de fabriek van de stoelen, de firma Contin nabij Namen in België en waren daartoe 3 dagen weg. Daarmee kregen de Amsterdamse wagens een ander interieur dan de CSA2’s van andere steden en werden de rood/zwarte bankjes iets typisch Amsterdams. 

De 373 heeft gedurende zijn loopbaan wisselend dienst gedaan vanuit de drie garages van het GVB: Noord, West en Zuid. De 373 maakte deel uit van de laatst geleverde CSA-bussen welke niet meer in aanmerking kwamen voor een grote onderhoudsbeurt, de 373 is daarom altijd rood gebleven en heeft niet de witte huisstijl uit de jaren 90 gekend. De bus heeft verder jaren onopvallend dienst gedaan op de diverse lijnen in Amsterdam en was daarmee een vertrouwde verschijning in het straatbeeld van de jaren 90.

Toen in het voorjaar van 2000 steeds meer lagevloerbussen van het type Jonckheer instroomden werd het mogelijk om de laatste CSA2-bussen buiten dienst te stellen. Op 22 juni 2000 reed de 373 voor het laatst in de lijndienst op lijn 23 waarna de bus de opslag in ging in Garage West. Op 16 september 2000 nam de 373 nog deel aan de grote jubileumoptocht in het centrum van Amsterdam ter gelegenheid van 100 jaar GVB Amsterdam. Dat was meteen zijn laatste optreden voor het GVB want op 2 oktober 2000 werd de bus verkocht aan de MUSA waar zijn tweede leven als museumbus begon. 

Door problemen die de MUSA kreeg met de gemeente Amsterdam kon de opknapbeurt die de 373 bij MUSA kreeg niet geheel afgemaakt worden. Vlak voor de ontruiming in maart 2005 van Garage Oost “vluchtte” de half afgebouwde 373 naar de garage Lage Weide van de BBA waar de bus een tijdelijke opvang genoot. Uiteindelijk kwam de bus samen met een groot aantal andere MUSA-bussen terecht in een opslag in Langedijk waar de bus een kwijnend bestaan kreeg. Op 30 november 2011 werd de inmiddels niet meer rijvaardige 373 overgekocht door een particulier die de bus liet verslepen naar een opslag in Aalsmeer. Uiteindelijk ontstond uit de eerste bussen in Aalsmeer de Stichting BRAM waar de 373 deel van ging uitmaken. 

Op 7 december 2013 reed het GVU voor het laatst in Utrecht. Het GVU benaderde stichting BRAM of er die dag een aantal historische bussen konden rijden voor dit afscheid waaronder een CSA2. De nog altijd defecte 373 werd een aantal weken voorafgaand aan het afscheid naar Utrecht gesleept waar de laatste hardnekkige storingen verholpen werden door de monteurs van het GVU. Op 6 december 2013 verliet de 373 voor het eerst weer met een verse APK de RDW in Nieuwegein en was net op tijd klaar om op het afscheid van 7 december 2013 mee te kunnen rijden. Sinds die dag is de 373 een vaak geziene gast op diverse evenementen. Voor GVB reed de bus zelfs weer in de reguliere lijndienst op 21 juli 2018 toen in Amsterdam Noord het lijnennet wijzigde door de komst van de Noord-Zuidlijn. Om afscheid te nemen van het oude lijnennet reed de 373 die dag mee op lijn 32 om ’s avonds ook nog de allerlaatste rit van deze lijn te rijden. Op 19 september 2019 ging de 373 in eigendom over naar OVCN en kwam de bus in Sonnega te staan.

De Amsterdamse 373 herinnert samen met GVB 110, 567, HTM 478 en GVU 378 aan de lange periode van standaardisatie, die duurde tot het begin van de jaren negentig.